Het gat in het hek

Daantje de kip was altijd nieuwsgierig. Op een zonnige dag ontdekte ze een klein gaatje onder in het hek van de tuin. Zonder lang na te denken, wurmde ze zich erdoorheen en belandde aan de andere kant. De wereld buiten het hek leek zo groot en spannend!

Maar na een tijdje begon Daantje zich een beetje alleen te voelen. Ze miste haar vriendjes en het veilige hok. Toen ze terug wilde, zag ze dat het gaatje waar ze doorheen was gegaan, verdwenen leek te zijn. Paniek! Hoe moest ze nu terug?

Daantje begon bij elke spijl van het hek te proberen of ze erdoor kon glippen. Bij de eerste spijl zat ze vast met haar vleugels. Bij de tweede was haar kop te groot. Bij de derde paste haar staart er niet doorheen. Ze werd moe en raakte steeds meer in paniek.

Net toen ze bijna wilde opgeven, hoorde ze een bekend geluid: het gerammel van een bakje met gedroogde meelwormen. Het was Lisette, het meisje dat altijd voor Daantje zorgde. “Daantje, waar ben je?” riep Lisette bezorgd.

Daantje sprong op en rende naar het geluid, maar ze kon nog steeds niet door het hek. Lisette zag haar aan de andere kant van het hek en begreep meteen wat er gebeurd was. Ze rammelde het bakje nog een keer, en Daantje kakelde luid.

Lisette liep langs het hek totdat ze bij een loshangende plank kwam. Ze rammelde het bakje vlakbij de opening. “Hier, Daantje!” riep ze.

Daantje wurmde zich met een sprongetje door de opening en stond weer in haar vertrouwde tuin. Ze kreeg een paar meelwormen als beloning en kakelde van blijdschap terwijl ze terug naar haar hok rende.

Vanaf die dag bleef Daantje dicht bij het hek, maar aan de veilige kant, waar ze precies wist hoe ze naar huis kon komen. En Lisette zorgde ervoor dat ze altijd een bakje met meelwormen bij de hand had, voor het geval Daantje weer eens op avontuur zou gaan.

Comments are closed.