Van de leg

In een gezellig kippenhok, ergens in het dorpje Dreumel, woonde een kip genaamd Daantje. Daantje was een vrolijke en eigenwijze kip die altijd voor verrassingen zorgde. Maar er was één ding dat Daantje nog niet helemaal begreep: de legkast.

Iedere dag zag Daantje Millie naar de legkast gaan en er weer uit komen met een ei, maar ze begreep niet waarom. Ze dacht dat ze haar ei overal kon leggen, net zoals ze overal in de ren rondscharrelde.

Op een ochtend besloot Daantje dat het tijd was om haar ei te leggen. In plaats van naar de legkast te gaan, liep ze naar het midden van de ren. Daar begon ze wat te scharrelen, te draaien en te wiebelen, en al snel kwam daar haar ei te liggen, midden in het zand.

Daantje keek trots naar haar ei en kakelde luid om haar prestatie te vieren. Maar terwijl ze daar stond, realiseerde ze zich niet dat haar baasjes haar hadden zien broeden in het midden van de ren. Ze hadden een vermoeden dat Daantje haar ei ergens anders had gelegd dan in de legkast.

Toen Daantje’s baasjes de ren in liepen om de kippen te voeren, zagen ze het ei midden in het zand liggen. Verbaasd keken ze naar elkaar en moesten ze lachen. “Daantje heeft weer eens een verrassing voor ons,” zei de Wim met een glimlach.

Ze raapten het ei voorzichtig op en legden het opzij, terwijl Daantje nieuwsgierig toekeek.

Daantje begrijpt nog niet helemaal dat een legkast de plek is om de eieren te leggen, en niet het slaapverblijf van de ren. Domme, domme kip.